MenuSluit menu
‘Wearable’ technologie – de uitdaging van smartwatches en smartglasses voor content

Alex Duin

‘Wearable’ technologie – de uitdaging van smartwatches en smartglasses voor content

 

Hebt u soms het gevoel dat technologie al veel te diep in uw leven is binnengedrongen? Dan hebben we slecht nieuws voor u: het wordt binnenkort nog een graadje erger. ‘Wearable’ technologie – technologie die u op het lichaam draagt – is de nieuwste rage; binnenkort loopt u wellicht ook rond met een computer aan uw pols of op uw neus. De contentmogelijkheden voor deze toestellen zijn eindeloos. En na een tijdje zult u wellicht niet eens meer merken dat u ze draagt.

 

De ENIAC uit 1946 was een van de eerste computers ter wereld, een wonder van de moderne wetenschap en techniek. Het monster van meer dan 24 ton en bijna 65 kubieke meter stond in de Universiteit van Pennsylvania in de VS en werd gebruikt bij berekeningen voor het maken van een waterstofbom. Vandaag bezit u een computer die vele duizenden keren kleiner én krachtiger is.

Dat technologie steeds kleiner wordt, is een feit. We kunnen een hele computer tegenwoordig zo makkelijk met ons meenemen dat we zelfs vergeten dat hij er is. Getuige daarvan de nieuwe generatie ‘wearable’ toestellen: computers die klein genoeg zijn om op het lichaam te dragen. In tegenstelling tot een smartphone hoeft u ze dus niet meer uit uw broekzak of handtas te vissen om ze bij de minste opwelling te raadplegen.

 

Activity trackers & smartwatches

De eerste golf dergelijke toestellen op consumentenniveau bestond uit fitnesstrackers, zoals de Nike+ FuelBand, de verschillende producten van Fitbit of – een echt nicheproduct – Push Snowboarding van Nokia en Burton. Deze producten waren vaak clips of polsbandjes die een stappenteller, een hartslagmeter en tal van andere sensoren bevatten om alle details van uw work-out op te volgen. De verzamelde gegevens konden dan op een computer of zelfs smartphone geüpload worden en later geanalyseerd.

Nieuwere toestellen gaan steeds meer de richting uit van ‘lifelogging’: ze volgen uw activiteiten op de voet en meten uw gegevens ook buiten uw work-outs, om nauwkeuriger aan te geven hoe u uw gezondheid in het algemeen kunt verbeteren.

De volgende golf wil een van de oudste gadgets nieuw leven inblazen: het horloge. Ook al hebben velen het aan de kant geschoven ten voordele van de mobiele telefoon, het horloge heeft een voordeel waar smartphones niet aan kunnen tippen: het hangt om uw pols. De eerste smartwatch op de markt was de Pebble (die zijn financiering op Kickstarter inzamelde), al snel gevolgd door concurrenten als Samsung Galaxy Gear. En het gerucht doet al lang de ronde dat Apple aan een ‘iWatch’ werkt.

Smartwatches combineren de eigenschappen van fitnesstrackers met die van een mini-smartphone: er kunnen enkele basisapps op draaien en uiteraard kunt u er nog steeds de tijd op aflezen. Maar de meeste smartwatches hebben een Bluetoothverbinding met een compatibele smartphone nodig, aangezien ze niet zelf de verbinding met het internet kunnen maken en ook geen opslagruimte hebben voor media. Ze worden dus vooral gebruikt als een snelle en makkelijke manier om uw telefoon te gebruiken zonder hem boven te halen. U kunt bijvoorbeeld uw muziekspeler bedienen, kijken wie u opbelt voor u de telefoon opneemt of previews lezen van uw sms’jes en e-mails.

 

Google Glass & augmented reality

Maar de pols was nog maar het begin. Brillen met ‘augmented reality’ zijn al lang niet meer uit sciencefiction weg te denken. Deze hightechtoestellen leggen een extra laagje over ons zicht, waardoor we de hele tijd handige informatie te zien krijgen over wat er zich voor ons bevindt. Zo ‘zweven’ gps-aanwijzingen gewoon in de lucht om aan te geven welke weg we moeten volgen. Zodra we bij de tandarts aankomen, verschijnen de details van de afspraak. En terwijl we met iemand praten, zien we de Facebookpagina van die persoon.

Met de release van Google's Glass is deze vergezochte droom eindelijk een commerciële realiteit geworden. Google Glass is een kleine computer die bevestigd wordt aan de zijkant van een bril (of aan een frame). Hij toont echter alleen een klein schermpje in de hoek van uw gezichtsveld in plaats van een volledig beeld en is dus nog een heel eind verwijderd van het scifi-ideaal. U kunt wel al gps-aanwijzingen ontvangen, gesprekken voeren, e-mails en sms’jes lezen, en tal van andere smartphoneachtige functies en apps gebruiken zonder ook maar één vinger op te heffen, want Google Glass is voornamelijk spraakgestuurd.

 

Wat betekent deze ‘wearable’ technologie voor contentcreatie?

Welke contentmogelijkheden dienen zich aan als technologie een integraal onderdeel van uw bewustzijn vormt? We geven alvast enkele tips voor de durvers:

  1.  Location, location, location
    De meeste ‘wearable’ toestellen zijn ofwel zelf uitgerust met gps of werken in interactie met een smartphone met gps. In elk geval weet het toestel op elk moment precies waar de gebruiker zich bevindt, vaak zonder dat deze dit hoeft te bevestigen. Dat kan de deur openen voor fantastische contentmogelijkheden zoals hyperlokale reclame.
  2. Hou het pittig
    De kleine afmetingen zijn net wat ‘wearable tech’ zo interessant maakt. Verwacht dus niet dat Oorlog en vrede ooit op een minuscuul schermpje zal passen. Zelfs als de schermen in de toekomst groter worden, zullen ‘wearables’ altijd de nadruk blijven leggen op essentiële informatie aan de rand van uw gezichtsveld. Laat uitgebreide verhandelingen dus maar gewoon op uw website staan.
  3. Maak het persoonlijk
    ‘Wearable tech’ kan allerlei kleine details van uw leven vastleggen, van uw work-outschema tot alles wat u waarneemt door de camera van uw Google Glass. Er moeten uiteraard nog wat privacykwesties opgelost worden, maar als de drager zijn toestemming geeft, kan de inhoud perfect afgestemd worden op zijn dagelijks leven.

Alex Duin is lid van het Cypres-blogteam. Als technologiespecialist heeft hij voor de BBC en vele andere bedrijven geschreven. Hij woont in Londen.

Neem voor meer informatie over het maken van micro-content contact op met Pieter Vereertbrugghen.